Het Google Brain Artificial Intelligence Research Program is zojuist in een hogere versnelling gesprongen en dit kan voor sommigen zorgwekkend zijn. Zonder menselijke hulp konden inderdaad twee machines met elkaar leren en met elkaar communiceren in een eigen taal.
Om dit beter te begrijpen, zullen we in detail uitleggen wat dit project is en wat er is gebeurd tussen deze twee kunstmatige intelligenties.

Google Brain: de kunstmatige intelligentie zal het de man overtreffen?

De ontwikkeling van "Deep learning"

Het Google Brain-project begint in 2020, wanneer onderzoekers van Google in samenwerking met een professor van de Stanford University samenwerken aan een software "Deep Learning" (diepgaand leren, in het Frans).
Deep Learning is een leer- en classificatietechnologie voor machines. Het is gebaseerd op kunstmatige "neurale netwerken". Een beetje zoals menselijke neuronen. Elk neuron is een eenheid die gespecialiseerd is in een enkele taak, de berekening van het eerste neuron zal door de tweede worden behouden, waardoor hij het kan overnemen dankzij de "kennis" en het werk van de eerste, enzovoort. Met duizenden neuronen wordt de evolutie van kennis over netwerken enorm en snel.
Deze technologie wordt al dagelijks door onze smartphones of tablets gebruikt. Google Now, Siri of Cortana zijn gebaseerd op Deep Learning. Dit is hoe onze apparaten onze stemmen (in elk geval de gesproken woorden), teksten, afbeeldingen of gezichten herkennen.

Een kunstmatige intelligentie die steeds autonomer wordt

Gedurende 4 jaar verrast Google Brain steeds meer waarnemers.
In 2020 kende het project een spectaculaire vooruitgang toen kunstmatige intelligentie het bestaan ​​van katten had ontdekt door gedurende 3 dagen 10 miljoen afbeeldingen op YouTube te analyseren. Zonder menselijke tussenkomst, met 16.000 op elkaar aangesloten computers die het functioneren van bepaalde aspecten van het menselijk brein kopieerden, had Google Brain alles begrepen wat een kat was en wat hem fysiek kenmerkte.
Maar wat er in oktober 2020 is gebeurd, moet worden gecatalogiseerd op een veel hoger niveau van kunstmatige intelligentie (AI). Twee AI's wisten inderdaad met elkaar te communiceren in een taal die ze ontwikkelden zonder dat de wetenschappers konden begrijpen waar ze het over hadden.
Meer concreet, Alice en Bob, werden de twee AI's in verband gebracht door de onderzoekers, waarna ze onderling begonnen te communiceren. Vervolgens ontwikkelden ze zelf codering om hun communicatie te beveiligen.
Moeten mensen bang zijn? Misschien nog niet, want het kostte Bob en Alice nog steeds meer dan 15.000 pogingen om elkaar te begrijpen.

Om ook te lezen:
  • Daydream VR: virtual reality volgens Google
  • Google Home: domotica volgens de webgigant
  • Google Pixel vs iPhone 7: de wedstrijd

Categorie: